Het is het recht van minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) om de functie van secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) te ambiëren. Echter, hij wordt als te licht bevonden voor deze post. Ambassadeur Rose Ann Franklin, die tijdens de vorige regering betrokken was bij de lobbycampagne van Ramdin, zegt op basis van reacties uit het buitenlandse veld dat de minister niet echt gedragen wordt.
Tijdens belrondes naar functionarissen van het Caribisch gebied en Latijns-Amerika zou zijn gesteld dat de functie van secretaris-generaal traditioneel naar een Latijns-Amerikaans land gaat. Caribische landen moeten het doen met een assistent-secretaris-generaal. In gesprek met LIM FM zegt de ambassadeur dat niets statisch is. Als iemand een verandering wil doorvoeren, moet dat in consensus zijn.
Zonder in details te willen treden stelt Franklin dat de informatie die vanuit het veld is ontvangen in het nadeel van Ramdin was. Ze zegt niet specifiek te willen zijn, omdat het anders persoonlijk wordt. De ambassadeur geeft aan, dat daaruit geconcludeerd kon worden dat de persoon in kwestie geen draagvlak had. De meeste tegenstand kwam toen van Trinidad & Tobago.
Franklin zegt verder dat ze Ramdin zwak vindt. Dit baseert ze op de werkervaring die ze met hem had. Daarnaast heeft hij als minister van Buitenlandse Zaken een aantal blunders gemaakt die het land in een slecht daglicht hebben gesteld. Ze noemde als voorbeelden de kwestie Palestina en recent de zogenaamde vredesconferentie in Zwitserland, waar slechts één partij was uitgenodigd, de Caribische landen niet waren vertegenwoordigd, maar Ramdin wel.
Ook al krijgt hij de steun van de Verenigde Staten, de Caribische landen gaan hem niet ondersteunen. De andere mogelijke kandidaat Ruben Ramirez Lezcano, de minister van Buitenlandse Zaken van Paraguay, steekt volgens Franklin met kop en schouders boven Ramdin vanwege zijn ruimere buitenlandse ervaring en het hebben van een duidelijke visie omtrent het functioneren van de OAS.
Franklin heeft niets tegen de BIBIS-topman, maar ziet hem de OAS niet leiden. Hij heeft wel een duidelijke carrièreplanning, vindt de ambassadeur maar gelet op de huidige internationale ontwikkelingen heeft de OAS wel iemand sterk nodig. Ze betreurt het dat president Chan Santokhi hem nooit gecorrigeerd heeft.