De Surinaamse Servicestation Exploitanten Bond (SSEB) sluit vooralsnog haar pompen niet, maar eist dat de regering helpt bij de herstructurering van de brandstofsector. Voorzitter Guno Castelen pleit ervoor, dat het conceptstaatsbesluit door de regering wordt goedgekeurd, wat de servicestationexploitanten een betere positie geeft te weten een winstmarge van 8,5 procent per liter verkochte brandstof. De bond heeft de opdracht alle actoren hiervan te overtuigen.
De regering heeft eerder aangegeven dat de winstmarge in de sector van 12,5 dollarcent gaat naar 16 dollarcent. Het breekpunt is dat van de 3,5 dollarcent ook de oliemaatschappijen een marge krijgen. De SSEB wil dat de regering in een Staatsbesluit vastlegt welk percentage van de servicestations is.
Tijdens een ledenvergadering gisteravond zei Castelen dat de leden besloten hebben andere actiemodellen te bedenken, omdat het dichtgooien van de pompen niet werkt aangezien er stakingsbrekers zijn. De retailers van Roy Boedhoe en de SOL doen namelijk nooit mee aan de acties. De SSEB-topman zegt dat doordat men zich niet heeft gehouden aan afspraken de sector nu in problemen is beland. Het Staatsbesluit moet hierin verandering brengen. Concreet betekent het dat de bond in beraad is zonder dat de pompen dicht zijn.
Castelen wijst erop dat de positie van de pompstationhouders zeer ondraaglijk is. Enkelen hebben hun bedrijf gesloten omdat de winst niet rendabel is. Castelen gaf aan, dat de goedkeuring van het Staatsbesluit noodzakelijk is. Het ordent de sector maar het geeft de regering ook een goede naam dat een dergelijk akkoord wel wordt nageleefd. Als er nog geen Staatsbesluit is stelt de SSEB voor dat de regering alvast de 3,5 dollarcent toekent aan de pomphouders die het zwaar hebben.