De situatie in het binnenland van Suriname, zoals geschetst door vicepresident Ronnie Brunswijk, benadrukt de ernstige problemen waarmee het onderwijs daar te kampen heeft. Dit gaf de vicepresident aan voorafgaand aan de wekelijkse vergadering van de Raad van Ministers (RvM).
| ADVERTENTIE |
  |
Het tekort aan leerkrachten, gecombineerd met de droogte die riviertransporten belemmert, maakt het voor scholen in bepaalde gebieden vrijwel onmogelijk om effectief te functioneren. Brunswijk stelde dat eerdere inspanningen, zoals het congres over onderwijs in het binnenland, geen blijvende oplossingen hebben opgeleverd, mede door een tekort aan financiële middelen.
De vicepresident erkent dat het onderwijs in het binnenland al tientallen jaren wordt verwaarloosd, wat heeft geleid tot aanzienlijke achterstanden bij de kinderen in deze gebieden. Het feit dat sommige kinderen al een jaar achterlopen in hun opleiding is uiterst zorgwekkend. Als deze trend zich voortzet, zal dit de toekomstperspectieven van deze kinderen ernstig schaden.
Brunswijk pleit daarom voor fundamentele beleidsveranderingen binnen het ministerie van Onderwijs, waarbij er meer aandacht moet komen voor de unieke uitdagingen van het binnenland. Een van de aanbevelingen is dat scholen in het hele land op dezelfde dag van start moeten gaan, om de lesplanning beter te coördineren. Daarnaast benadrukt hij dat het vervoer van leerkrachten naar afgelegen gebieden een groot obstakel blijft, waardoor een tijdige schoolstart wordt bemoeilijkt en de bestaande problemen verder worden verergerd.
Kortom, er is een dringende behoefte aan structurele hervormingen en voldoende middelen om het onderwijs in het binnenland van Suriname te verbeteren. Alleen door deze problemen gericht aan te pakken, kan de toekomst van de kinderen in deze gebieden worden veiliggesteld.
