Suriname beschikt vanaf 2 mei over een officieel Nationaal Migratiebeleidsplan. Het document werd op het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) overhandigd aan minister Albert Ramdin. Het plan is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen een interministeriële commissie en de International Organization for Migration (IOM).
De commissie werd in 2023 ingesteld en bestaat uit vertegenwoordigers van onder andere BIBIS, Binnenlandse Zaken, Justitie en Politie, Arbeid, Sociale Zaken en Volkshuisvesting, Onderwijs, Wetenschap en Cultuur en het Directoraat Nationale Veiligheid. Ook het Openbaar Ministerie en de Immigratiedienst zijn betrokken.
Volgens Dina Westfa, onderdirecteur Consulaire Zaken en vicevoorzitter van de commissie, wordt het plan binnenkort voorgelegd aan de president, De Nationale Assemblee en de Raad van Ministers. “De volgende stap is uitvoering van de aanbevelingen. Daarvoor is een roadmap opgesteld. Er zal ook budget moeten worden vrijgemaakt op verschillende ministeries,” aldus Westfa.
Jan-Willem Wegdam, programmacoördinator van IOM, verzorgde de formele overhandiging. Hij benadrukte dat het plan is gebaseerd op een nulmeting van de huidige migratiesituatie in Suriname. “We weten nu hoeveel migranten er zijn, wat hun situatie is en wat de samenstelling van de bevolking is. Op basis daarvan is het beleid opgesteld en klaar voor implementatie.”
De komende maanden volgen trainingen voor uitvoerende instanties, zodat zij het beleid kunnen vertalen naar wetgeving, protocollen en concrete acties. Volgens Wegdam behoort Suriname nu tot de koplopers in de regio op het gebied van migratiebeleid. “De Caricom ziet dit plan als voorbeeld voor andere lidstaten.”
Lead Researcher Rosita Sobhie verklaarde dat het beleidsplan is opgebouwd rond zes thematische domeinen en 23 indicatoren, in lijn met de VN-richtlijnen van het Global Compact for Migration. “Het doel is om migratie op een veilige, ordelijke en humane manier te begeleiden, met respect voor de rechten van migranten én de belangen van Surinamers.”