Onderminister van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB), Sieuw Ramsukul, trekt aan de bel over ernstige misstanden binnen zijn ministerie. In een exclusief gesprek met Suriname Herald onthult hij de aanwezigheid van kartelvorming op het ministerie – een netwerk van juristen, advocaten en ambtenaren dat zich structureel bezighoudt met het onrechtmatig toe-eigenen van gronden ten koste van burgers. “Deze kartels, zowel intern als extern, moeten dringend worden doorbroken,” stelt de onderminister resoluut.
Volgens Ramsukul stapelen de schandalen zich op bij GBB. Burgers worden systematisch benadeeld: “Ze komen met eenvoudige verzoeken, maar moeten weken of maanden wachten. Soms moeten ze zelfs betalen om geholpen te worden.”
Aanvragen voor grond worden opzettelijk vertraagd of genegeerd, terwijl dezelfde gronden op slinkse wijze aan speculanten worden toegewezen. “Er zijn achterstanden van twintig tot dertig jaar. Mensen dienen een aanvraag in, de kaart wordt gemaakt en dan wordt het zomaar afgepakt,” aldus Ramsukul.
Dwangsommen en falend juridisch apparaat
De juridische afdeling van GBB, Juza, faalt volgens Ramsukul volledig in het opvolgen van rechtszaken. Vonnissen blijven onbeantwoord, waardoor GBB talloze zaken verliest. “Vooral uitspraken met een dwangsom worden genegeerd. Daardoor zijn de opgelegde dwangsommen inmiddels opgelopen tot meer dan zeshonderd miljoen SRD,” zegt hij. De procureur-generaal heeft hem hierover persoonlijk geïnformeerd.
Toch worden er volgens Ramsukul geen maatregelen genomen door de leiding van het ministerie. Een schrijnend voorbeeld is de recente dreiging van beslaglegging op het gebouw van de Surinaamse Luchtvaartmaatschappij (SLM) aan de Dr. Sophie Redmondstraat. Door wanbeleid moest het ministerie SRD 4,3 miljoen betalen om openbare verkoop te voorkomen.
“En dit is niet het enige geval,” benadrukt Ramsukul. “Overheidsgebouwen staan op het spel, maar niemand onderneemt actie.”
Interne tegenwerking en vriendjespolitiek
De onderminister hekelt ook de tegenwerking binnen de dienst zelf. Medewerkers frustreren bewust processen, terwijl duizenden burgers wachten op een stuk grond. “In plaats van transparant te werken, worden stukken onderling verdeeld. Niet aan behoeftigen, maar aan mensen binnen het ministerie zelf,” stelt hij.
De onderminister noemt met naam en toenaam het hoofd van Grondinspectie, Brain Banda, die het onderhoofd geen toegang verleent tot inspectierapporten, maar deze wél doorspeelt aan derden. “Wat valt er te verbergen?” vraagt Ramsukul zich af.
Ook noemt hij het voorbeeld van Kevin Vangee, die zeventig hectare toekende aan dertien stichtingen, terwijl de opsteller van het inspectierapport zelf eigenaar bleek van twee van deze stichtingen. “En ondertussen blijven duizenden burgers wachten,” aldus Ramsukul.
Oproep tot ingrijpen
Ramsukul stelt dat zijn taak is om orde te brengen op het ministerie en rechtszaken correct te coördineren. “Maar zolang dit kartel niet wordt aangepakt, blijft het ministerie in verval. GBB is momenteel een van de ministeries met de meeste rechtszaken en de situatie verslechtert met de dag.”
De onderminister roept op tot harde maatregelen. “Er moet transparantie en rechtvaardigheid komen. De burger verdient beter dan dit wanbeleid.”