Minister Albert Ramdin heeft de leiding van het departement overgedragen aan minister Krishna Mathoera van Defensie, die vanaf 25 mei tijdelijk zal fungeren als waarnemend minister van Buitenlandse Zaken, Internationale Business en Internationale Samenwerking (BIBIS). De tijdelijke benoeming is noodzakelijk omdat Ramdin op 26 mei officieel aantreedt als secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS).
ADVERTENTIE |
Minister Mathoera zal de functie ad-interim vervullen tot 16 juli. Daarna begeleidt zij ook de formele overdracht van het ministerie. Ramdin licht toe dat minister Mathoera eerder als waarnemend minister heeft gefungeerd bij BIBIS en daarom vertrouwd is met de werkzaamheden binnen het ministerie.
Sinds 10 maart is een transitieperiode gestart in aanloop naar zijn nieuwe functie bij de OAS. Lidstaten van de organisatie hebben aangegeven dat zij hervormingen binnen de OAS-structuren wensen, variërend van interne reorganisaties tot diepgaandere structurele veranderingen.
In aanloop naar zijn aantreden zijn er meer dan 150 gesprekken gevoerd met experts, zowel binnen als buiten de OAS, alsook met vertegenwoordigers van de lidstaten. Ramdin noemt de gesprekken intensief en noodzakelijk gezien de complexe uitdagingen in de regio. “We moeten aandacht besteden aan kwesties zoals de situatie in Haïti en Venezuela, en in het bijzonder het grensgeschil tussen Venezuela en Guyana,” aldus de minister.
Op 25 mei zal Ramdin zijn ontslagbrief indienen bij president Chan Santokhi. De dag daarna, op 26 mei, neemt hij officieel het roer over als secretaris-generaal van de OAS, waar hij leiding zal geven aan een kabinet van twaalf personen.
Hoewel zijn aandacht de afgelopen maanden deels in Washington D.C. lag, is Ramdin tot het laatste moment actief gebleven in Suriname vanwege de naderende verkiezingen. Hij spreekt de hoop uit dat de verkiezingen vreedzaam en ordelijk zullen verlopen en dat de uitslag gerespecteerd wordt.
De bewindsman benadrukt dat het ingezette beleid gericht op stabilisatie en vooruitgang moet worden voortgezet. “De volgende regering moet zich inzetten voor een betere toekomst voor elke burger, met een solide sociaal-maatschappelijke en economische basis. Dat is waar de samenleving op wacht,” besluit hij.