Minister Krishna Mathoera van Defensie weerspreekt met klem de beschuldigingen dat er zou zijn ingebroken in de kantoorruimte van luitenant-kolonel Pascual Zeegelaar binnen het Militair Hospitaal. “Er is geen sprake van een inbraak door het ministerie en Zeegelaar is uit zijn functie als medisch directeur ontheven”, aldus de minister.
ADVERTENTIE |
Mathoera lichtte toe dat er oorspronkelijk ruim vijf artsen verbonden waren aan het Militair Hospitaal, waarvan drie inmiddels ontslag hebben genomen. Vanuit het ministerie werd een arts aangetrokken, waarna twee personen in managementfuncties werden benoemd: een als directeur en een als medisch directeur.
Opvallend is dat deze functionarissen als artsen worden uitbetaald, ondanks hun leidinggevende taken. “Dat vinden wij niet correct. Het past niet dat iemand in een andere functie een hoger, niet-passend salaris ontvangt”, aldus Mathoera.
Volgens de minister is er bewust voor gekozen om managementfuncties te vullen met personen die over een bestuurlijke achtergrond beschikken, gezien het tekort aan medisch personeel. Beide nieuwe directeuren werden uitgenodigd voor gesprekken, maar gaven geen gehoor aan die oproep. Een van hen zou zich al enkele weken ziek hebben gemeld. De andere, de medisch directeur, blijkt kandidaat te zijn voor de NDP op een kandidatenlijst, zo stelt Mathoera.
Tijdens een geplande vergadering over de uitdagingen binnen het hospitaal, waar onder meer legerleiding en vertegenwoordigers van het ministerie bij aanwezig waren, bleef de directie wederom afwezig. “Er is keer op keer geen gehoor gegeven aan verzoeken tot overleg”, zegt de minister.
Omdat de directieleden ook weigerden de sleutels van hun kantoren over te dragen, besloot het ministerie de ruimtes te betreden. “Dit was noodzakelijk om de administratieve continuïteit te waarborgen”, legt Mathoera uit. Ze benadrukt dat er geen inzage is geweest in medische dossiers van patiënten.
Er werd een coördinator aangesteld om de dagelijkse leiding op zich te nemen. Brieven met het verzoek tot overdracht zijn genegeerd, en ook een oproep van de Militaire Politie (MP) om de sleutels te overhandigen werd niet beantwoord. “De dienst moet doorgaan. We kunnen het hospitaal niet leidingsloos laten”, stelt Mathoera vastbesloten.
De bewindsvrouw reageert ook op beschuldigingen van etnische of politieke discriminatie. “Het is absoluut niet waar dat ik mensen op basis van afkomst of politieke kleur heb bedankt voor hun diensten”, benadrukt ze. “Ik werk met iedereen. In mijn team is diversiteit vanzelfsprekend en ik kijk naar inzet en prestaties, niet naar afkomst.”
Ze stelt bovendien dat ze een van de weinige ministers is die geen nieuwe personen in dienst heeft genomen. De directeur die momenteel op het ministerie werkt, is afkomstig van een ander ministerie. Overige functies zijn ingevuld door militairen. “Iedereen is Surinamer. En we werken allemaal samen aan het belang van de dienst”, besluit Mathoera.