Advocaat Gerard Spong vindt dat Jenny Simons, de beoogde nieuwe president van Suriname, niet geschikt is om het land te leiden. Eén van de voorwaarden voor het presidentschap is dat de kandidaat geen handelingen heeft verricht die in strijd zijn met de Grondwet.
Spong, die zich sterk maakte voor de nabestaanden in het 8 Decemberproces, maakt zich niet druk om de voordracht van Simons. Hij verwijst naar de aanname van de gewijzigde Amnestiewet in 2012, toen Simons voorzitter was van De Nationale Assemblee.
De eed die een president aflegt, bevat een bepaling waarin wordt beloofd de Grondwet na te leven. Volgens Spong heeft Simons zich op dit punt niet correct gedragen.
In een gesprek met Radio ABC stelt de jurist dat, gelet op de uitspraak van het Constitutioneel Hof – waarin werd geoordeeld dat de wet in strijd is met de Grondwet en mensenrechtenverdragen – kan worden gesteld dat Simons met haar medewerking aan de totstandkoming van die wet, in strijd handelde met de Grondwet.
De advocaat erkent echter dat hierover discussie mogelijk is, omdat de uitspraak van het Constitutioneel Hof pas ná de invoering van de wet kwam. Op dat moment was er formeel dus nog geen sprake van strijdigheid met de Grondwet.
Toch stelt Spong dat de wet waarachter Simons zich schaarde ondeugdelijk was, en dat deze Desi Bouterse en anderen vrijwaarde van vervolging door justitie. Volgens de advocaat beschikt Simons over een dubieus normen- en waardenpatroon, wat haar ongeschikt maakt voor het presidentschap.