Oud-minister van Regionale Ontwikkeling en ondervoorzitter van de politieke partij Broederschap en Eenheid in de Politiek (BEP), Edgar Dikan, roept de nieuwe regering op om serieus werk te maken van de Wet Collectieve Rechten. Deze wet, die sinds 2020 op behandeling wacht in De Nationale Assemblee (DNA), moet volgens hem met hoge prioriteit worden afgehandeld in de komende zittingsperiode.
In gesprek met Suriname Herald herinnert Dikan eraan dat de huidige regering over alle middelen beschikte om de conceptwet – die onder zijn leiding werd voorbereid – af te ronden. Hij vraagt zich af waarom de wet nog steeds niet is goedgekeurd. “Deze wet is geen luxe, maar een fundamenteel recht,” aldus Dikan.
De Grondenrechtenwet beoogt de erkenning en bescherming van de collectieve rechten van inheemse en tribale gemeenschappen op hun traditionele leefgebieden. Jarenlang is deze kwestie herhaaldelijk onderwerp geweest van politieke discussies, maatschappelijke druk en internationale oproepen tot actie.
Tijdens de zittingsperiode van de huidige regering is een presidentiële commissie ingesteld onder leiding van Patricia Meulenhof. In de media gaf zij destijds aan dat de commissie de conceptwet had bestudeerd en tot de conclusie was gekomen dat de wet technisch onvoldoende was uitgewerkt.
Vervolgens werden er zowel nationaal als internationaal consultaties gehouden met gemeenschappen en andere belanghebbenden om te komen tot een solide wettelijk kader. Politieke obstakels zorgden echter voor vertraging in het proces.
De eerste ronde van de openbare behandeling vond plaats op dinsdag 31 januari 2023, waarbij duidelijk werd dat de wet aanpassing behoefde. Begin mei 2023 stond het gewelddadige inheemse protest nog in het teken van de gronduitgiftes in het gebied. De protesteerders benadrukten toen dat, als de Wet Collectieve Rechten reeds was aangenomen, de escalatie mogelijk voorkomen had kunnen worden.
Op 9 augustus 2023 gaf DNA-voorzitter Marinus Bee een update over de stand van zaken rond de wet. In 2024 en 2025 hebben onder meer de Vereniging van Saramaccaanse Gezagsdragers (VSG) en de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) herhaaldelijk aangedrongen op de aanname van de wet.
Op 18 januari 2025 gaf vicepresident Ronnie Brunswijk aan dat het staatshoofd het ministeriële clusterteam dat onder zijn leiding viel, had opgedragen om alles in het werk te stellen om de wet vóór de verkiezingen goedgekeurd te krijgen. Toch is dat niet gebeurd. In februari 2025 vroeg de regering in het parlement om meer tijd.
Volgens Dikan is tijdens de recente formatiegesprekken gesproken over de lang bepleite Wet Collectieve Rechten. Deze zal ook worden opgenomen in het regeerakkoord. “Als we dit nu weer uitstellen, is de kans groot dat we het vertrouwen dat de gemeenschappen in de politiek stellen ernstig zullen schaden. Dit is geen symbolisch dossier – we spreken over bestaanszekerheid,” aldus Dikan.