Bij het Kwakoe-monument in Paramaribo is gisteren de nationale herdenking van 162 jaar afschaffing van de slavernij gehouden. De plechtigheid werd georganiseerd door de Stichting Comité Herdenking Afschaffing Slavernij en Onderzoek naar het Slavernijverleden en stond dit jaar in het teken van het thema “Vrijheid en Vooruitgang”.
In aanwezigheid van regeringsfunctionarissen, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en diplomatieke missies werden kransen gelegd en twee minuten stilte gehouden ter nagedachtenis aan allen die hun leven verloren in het verzet tegen het slavernijsysteem. Minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur sprak namens president Santokhi en benadrukte in zijn toespraak dat het slavernijverleden als een scherp kompas dient: niet om te verdelen, maar om koers te zetten naar één, verenigd Suriname.
Minister Ori waarschuwde dat de hedendaagse maatschappelijke polarisatie nog steeds wortels heeft in het koloniale verleden en het nationale welzijn ernstig belemmert. Hij pleitte voor een diepgaande confrontatie met dit verleden op basis van feiten, analyse en structurele beleidsvorming.
Ori kondigde aan dat de regering concrete stappen wil zetten, waaronder het oprichten van een nationaal instituut voor geschiedenis en cultuur, compleet met academische leerstoelen en een museum.
Voorzitter Johan Roozer van het organiserend comité benadrukte in zijn bijdrage het belang van bredere historische bewustwording en het aanpakken van structurele problemen binnen de Afro-Surinaamse gemeenschap. Hij wees op armoede als één van de grootste obstakels voor de ontwikkeling van vrouwen en kinderen. Volgens hem rust er een gedeelde verantwoordelijkheid op gemeenschap en staat om hier radicale oplossingen voor te vinden.
Roozer vestigde verder de aandacht op het door de Verenigde Naties uitgeroepen Internationaal Decennium voor mensen van Afrikaanse afkomst (2025–2034). Hij riep de Surinaamse overheid op om een nationale commissie in het leven te roepen die dit decennium inhoud geeft, onder meer via bewustwordingsdagen zoals 31 augustus en 25 juli.
Ook jongerenvertegenwoordiger Jeremiah Pinas, Stanley Liaw Angi namens de inheemse bevolking en de Nederlandse ambassadeur Walter Oostelbos spraken de aanwezigen toe, elk met hun reflectie op verleden, verantwoordelijkheid en gezamenlijke toekomst.