President Jennifer Geerlings-Simons heeft vandaag, tijdens een persconferentie na haar inauguratie, duidelijk gemaakt dat haar regering geen herhaling toestaat van de harde bezuinigingsmaatregelen uit eerdere jaren. “Wat we níét gaan doen, is het volk door nog een serie van die verarmende maatregelen halen. Dat kunnen en willen we niet herhalen,” aldus de president.
Geerlings-Simons bevestigde dat er inmiddels meerdere gesprekken zijn gevoerd met het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Hoewel het eerder uitgevoerde IMF-programma officieel is afgerond, gaf ze aan dat het effect ervan inmiddels grotendeels verloren is gegaan. “Het primary balance is op dit moment zwaar negatief. Er is veel geld in de samenleving gepompt, wat geleid heeft tot opwaartse druk op de wisselkoers.”
Samenwerking met IMF blijft – op andere voorwaarden
Toch benadrukte de president dat de dialoog met het IMF wordt voortgezet. “We blijven praten met het IMF om te kijken hoe onze situatie eruitziet en welk soort ondersteuning we kunnen krijgen. Dat hoeft niet per se te gaan om grote bedragen, maar vooral om institutionele versterking.”
Volgens Geerlings-Simons zijn er vaak onvoldoende middelen en expertise aanwezig om van binnenuit sterke instituten op te bouwen. “Daarom is het goed om met internationale partners te werken. We willen graag gebruikmaken van hun programma’s, deskundigen en technische ondersteuning.”
Geen herhaling van het verleden
De president wees op de harde uitvoering van het vorige IMF-programma en stelde dat Suriname daar belangrijke lessen uit heeft getrokken. “We hebben felicitaties ontvangen voor het werk dat is gedaan, maar we gaan het niet op dezelfde manier opnieuw doen.” Ze onderstreepte dat er andere financiële instellingen zijn die het juist positief vinden dat het IMF betrokken blijft bij het proces.
“Een programma zoals uitgevoerd in de afgelopen jaren komt er niet meer. We blijven IMF-partner, maar we kiezen voor een aanpak die wél sociale bescherming biedt. Een aanpak waarbij we onze kinderen naar school kunnen sturen en te eten kunnen geven,” aldus Geerlings-Simons.