Politicus Romano Meriba laat in gesprek met Suriname Herald weten dat hij zich nog jong voelt in de politiek en zich ervan bewust is dat groei tijd vergt. “Je kunt niet meteen beginnen met rennen,” zegt hij. Toch probeert hij op diverse manieren zijn steentje bij te dragen aan de samenleving. Binnen de Nationale Democratische Partij (NDP) krijgt hij momenteel politieke vorming om zich beter voor te bereiden op toekomstige verantwoordelijkheden.
Meriba stelt over vaardigheden en kwaliteiten te beschikken die hij ten dienste van het volk wil stellen. Als zijn partij een beroep op hem doet, zal hij dat met overtuiging beantwoorden. Tegelijkertijd is hij realistisch over zijn grenzen: “Als ik me niet sterk voel in een bepaalde sector, neem ik die verantwoordelijkheid niet op me. Ik wil geen taken op me nemen die ik niet naar behoren kan uitvoeren.”
Naast zijn politieke ambities blijft Meriba zich onverminderd inzetten voor liefdadigheidswerk. “Dat zal ik altijd blijven doen, ongeacht mijn positie,” benadrukt hij.
De jonge politicus studeert momenteel Bedrijfskunde, een opleiding die volgens hem breed toepasbaar is in verschillende sectoren. Geld is voor hem geen drijfveer. “Ik werk niet voor een bedrag, maar vanuit mijn hart. Als ik het niet met liefde kan doen, doe ik het niet.”
Aan jongeren geeft hij het advies om door te zetten, ook in moeilijke tijden. “Ik weet wat het is om het verkeerde pad te kennen, maar ik moedig niemand aan dat te bewandelen. Hoe zwaar het ook is, blijf je best doen en geef nooit op. Als je vastloopt, praat met mensen in je omgeving. Het leven zit vol uitdagingen, niets gaat in het begin zoals je wil.”
Meriba onderstreept ook het belang van onderwijs. “Als je de kans krijgt om te studeren, grijp die dan met beide handen aan. Soms lijkt het alsof ouders te veel praten, maar hun advies is goud waard.”
Tot slot doet hij een krachtige oproep aan de Surinaamse jeugd: “We hebben jonge mensen nodig om Suriname op te bouwen, zeker met de groeiende olie- en gassector. Un no meki grap – Suriname komt eerst, daarna de rest.”