Het opzetten van een grote olie- en gasindustrie is onmogelijk zonder daarbij het milieu te betrekken. De opbrengsten uit deze sector kunnen juist gebruikt worden om de overgang naar een groener Suriname te versnellen — een visie die minister Patrick Brunings van Olie, Gas en Milieu aanduidt als Suriname 3.0.
Volgens Brunings is hierbij samenwerking nodig met andere ministeries en de samenleving als geheel. In een interview met Radio ABC gaf hij aan dat er een breed maatschappelijk dialoog moet komen over de toekomst van de olie-industrie en de wijze waarop met de toekomstige inkomsten zal worden omgegaan.
“Het heeft geen zin als de regering haar visie blijft doordrukken zonder overleg met alle relevante actoren,” aldus de minister. Zijn ministerie wil het voortouw nemen in dit proces, al wil hij de discussie wel in regeringsverband op de agenda zetten.
Brunings heeft eerder soortgelijke consultaties geleid en hoopt dat ook dit traject snel van start kan gaan. Nu er een nieuw ministerie is opgericht, is het volgens hem belangrijk om met deskundigen te bespreken hoe het departement het best ingericht kan worden.
De minister benadrukt ook het belang van local content. Als er voldoende lokaal kader beschikbaar is, zullen buitenlandse bedrijven vanzelf Surinamers aannemen, stelt hij. Volgens Brunings is goede afstemming met het onderwijs daarbij essentieel — vooral op het gebied van technische beroepen.
Ook op het gebied van milieuonderwijs moet er volgens hem meer samenwerking komen tussen het ministerie en het onderwijsveld.