Leerkrachten die sinds oktober in dienst zijn getreden bij het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC), hebben tot op heden geen salaris ontvangen. De reden hiervoor is dat eerst toestemming van president Jennifer Simons vereist is, waarna het ministerie van Financiën en Planning de uitbetaling kan goedkeuren.
Leerkrachten die bij verschillende afdelingen van het minOWC navraag hebben gedaan over hun achterstallig salaris, kregen te horen dat het om een bestaande regeling gaat. Volgens medewerkers van de loonadministratie moet het staatshoofd eerst ontheffing verlenen voor de uitbetaling van onderwijzend personeel dat recent in dienst is getreden. Pas daarna kan de financiële verwerking plaatsvinden.
De betrokken leerkrachten ervaren de situatie als uiterst moeilijk. “De regeling stelt dat nieuwe medewerkers zes maanden moeten wachten op betaling, maar inmiddels is die termijn verstreken. Het is onmenselijk om zolang te werken zonder loon. Wij hebben ook vaste lasten,” aldus enkele gedupeerde onderwijzers.
Bij navraag op het ministerie kregen de leerkrachten het advies zich te melden bij directeur Natascha Bennanon. Daar werd wederom bevestigd dat alleen na toestemming van de president het proces in gang gezet kan worden.
Volgens ambtenaren binnen het onderwijsveld is deze procedure sinds 2021 van kracht, ingesteld onder de vorige regering. “Zodra de president toestemming geeft, gaat het dossier door naar het ministerie van Financiën en Planning,” aldus medewerkers.
De situatie leidt tot grote frustratie onder de nieuwe leerkrachten, die zich afvragen waarom dergelijke administratieve procedures zo lang moeten duren, terwijl de president beschikt over werkarmen om het proces te versnellen.