Revelino Eijk, voorzitter van de Surinaamse Politiebond (SPB), heeft in een interview met Suriname Herald zijn bezorgdheid geuit over politieke inmenging bij de aanwerving van nieuwe lichtingen binnen de verschillende politiekorpsen. Volgens Eijk komt het nog te vaak voor dat politici telefonisch aandringen op toelating van kandidaten die niet aan de gestelde criteria voldoen.
“Er moet strakker worden geselecteerd. Het proces moet objectief en professioneel blijven,” stelt hij. Eijk pleit ervoor om de toelatingseisen wettelijk aan te scherpen. Op die manier kunnen volgens hem ongekwalificeerde kandidaten beter worden geweerd. “Met strengere criteria kunnen we voorkomen dat mensen in het korps belanden die er eigenlijk niet thuishoren.”
Hij wijst erop dat er al plannen zijn uitgewerkt waarin is vastgelegd dat er jaarlijks twee lichtingen politieagenten worden aangetrokken. Daarnaast noemt hij de situatie waarin ruim 300 politieambtenaren momenteel werkzaam zijn in de particuliere beveiliging, vooral bij VIP-beveiliging. Een deel van hen zou volgens Eijk moeten terugkeren naar reguliere politiediensten. “Hun leidinggevende rol binnen de beveiliging blijft belangrijk, maar het reguliere politiewerk mag niet verwaarloosd worden,” benadrukt hij.
Volgens Eijk is veiligheid een noodzakelijke, maar kostbare investering. “Overal ter wereld is veiligheid duur. Als je veiligheid wilt garanderen, moet je bereid zijn te investeren in mensen én middelen.” Ondanks de beperkte middelen in de afgelopen vijf jaar prijst hij de inzet van het Korps Politie Suriname (KPS). “Onze politiemensen hebben getoond dat ze het werk aankunnen. Er is genoeg motivatie, maar de juiste middelen moeten beschikbaar zijn.”
Het veiligheidsgevoel in de samenleving is volgens Eijk sterk afgenomen. “Burgers voelen zich onveilig, en dat wordt bevestigd in de media. De totale korpsleiding, het ministerie en de regering moeten veiligheid als prioriteit behandelen en zorgen voor voldoende middelen.”
Hij onderstreept dat veiligheid geen terrein is waarop bezuinigd mag worden. “Er zijn sectoren waarop je simpelweg niet kunt besparen. Veiligheid is daar één van. Het is een kerntaak van de overheid.” Eijk, die tot 2026 voorzitter van de bond blijft, zegt dat de meeste doelstellingen van het huidige bestuur zijn gerealiseerd.
De wijziging van de statuten moet nog worden aangepakt, en het korps wacht al drie jaar op de invoering van het nieuwe politie-uniform. Ook moeten enkele rechtspositionele vraagstukken nog worden opgelost.
Over de benoeming van de eerste vrouwelijke president van Suriname, Jennifer Geerlings-Simons, is Eijk positief. “Het is een historisch moment. Ze heeft al bewezen veel te kunnen betekenen voor Suriname. We moeten haar kritisch begeleiden waar nodig en hopen dat het goed komt met ons land.”
De nieuwe minister van Justitie en Politie, Harish Monorath, erkent dat er rekening moet worden gehouden met de maatschappelijke realiteit. Hij benadrukt dat korpsen moeten worden voorzien van basisbenodigdheden zoals kleding, schoeisel en brandstof. Monorath deelt de visie dat strikte toelatingscriteria van groot belang zijn en geeft aan binnenkort in gesprek te gaan met de betrokken bonden.