Tijdens een openbare vergadering van De Nationale Assemblee (DNA) zijn vandaag acht nieuwe leden beëdigd en officieel toegelaten tot het parlement. Ingrid Karta-Bink (NDP), Mohammed Salarbaks (NDP), Xiaobao Zeng (PL), Jeffrey Lau (NPS) en Stanley Betterson (ABOP) spraken allen woorden van dankbaarheid en toewijding bij hun intrede in het hoogste volksorgaan van Suriname.
Karta-Bink keerde met overtuiging terug naar de politieke arena. “Karta-Bink is back,” sprak ze krachtig. Ze bedankte de Almachtige voor wijsheid, kracht en overwinning, en sprak haar waardering uit richting de NDP voor het vertrouwen. Ook haar gezin, familie, vrienden en kennissen kregen bijzondere dank.
“Dank aan het volk van Suriname voor de steun waardoor de NDP een grote overwinning heeft behaald. U kunt op mij rekenen om in dit parlement uw stem te zijn, niet om te babbelen of met vingers te wijzen, maar om op te komen voor een beter Suriname, samen met u.”
Salarbaks uit Nickerie noemde zijn benoeming een eer en benadrukte zijn bereidheid om zich samen met collega Ebu Jones in te zetten voor de belangen van het district. Zeng, een van de jongste en onervaren leden in de Assemblee, sprak namens een nieuwe generatie parlementariërs.
“Ik heb misschien nog geen ervaring, maar ik breng energie. We hebben drie dagen verloren, ik ben hier niet voor niets, maar om het volk en de toekomst te dienen.”
Lau sprak over zijn intense voorbereiding op deze nieuwe functie en riep op tot samenwerking over partijgrenzen heen: “Ik hoop dat we als parlement, coalitie én oppositie, samen kunnen werken aan een betere toekomst voor Suriname. Als democratisch volk kunnen we zorgen voor positieve verandering.”
Betterson zei dat hij het vertrouwen niet zal beschamen. Hij is bereid te leren van zijn ervaren collega’s en zich met inzet en integriteit inzetten. “Suriname heeft geen mensen nodig die hier zomaar zitten, maar die werkelijk doen wat goed is voor het volk. Met mijn 53 jaar ervaring op deze aarde wil ik bijdragen aan wat goed is voor Suriname. Laten we samen onze schouders zetten onder het werk, voor onze kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen.”