De overheid wil binnen zes maanden inkomsten genereren uit de carbon-creditmarkt. Dat verklaarde minister Patrick Brunings van Olie, Gas en Milieu voorafgaand aan de wekelijkse vergadering van de Raad van Ministers (RvM). Volgens hem is de basis inmiddels gelegd, en wordt binnenkort een pilotproject uitgevoerd om Suriname officieel toegang te geven tot de internationale markt.
Brunings benadrukt dat het Surinaamse model veiliger, betrouwbaarder en waardevaster zal zijn dan vergelijkbare modellen in de regio, zoals dat van Guyana. Het ministerie, dat nog in de opbouwfase verkeert, functioneert inmiddels gedeeltelijk. Het directoraat Milieu is al overgenomen.
Het denkproces voor verdere inrichting, met name op het gebied van olie en gas, is gestart. De minister benadrukt dat dit zorgvuldig moet gebeuren, met brede consultatie over de koers die Suriname moet varen in deze strategische sectoren.
Een van de prioriteiten is dat de eerste olieproductie gegarandeerd moet zijn. De positionering van dit ministerie zal volgens Brunings afwijken van andere departementen. “Het moet een gezamenlijke inspanning worden. Olie en gas staan niet op zichzelf,” aldus de minister. Hij pleit voor een ‘catalysator’ die processen versnelt en sectoren met elkaar verbindt.
De vergroening van Suriname vormt eveneens een belangrijk onderdeel van de visie. Het bundelen van olie, gas en milieu onder één ministerie is volgens Brunings een strategisch voordeel.
Er worden momenteel functieprofielen opgesteld op basis van de kaders die nodig zijn om het ministerie goed te bemensen. Daarbij benadrukt hij dat het departement ‘lean, mean and clean’ moet opereren – efficiënt, doelgericht en transparant.
Hoewel er al een duidelijke visie is over de richting van het ministerie, ontbreekt nog een volledig uitgewerkt plan. Daar wordt nu aan gewerkt, maar de uitvoering zal tijd vergen. De koers is afgestemd met de president, vicepresident en de voltallige regering, en moet richting geven aan de duurzame ontwikkeling van de olie- en gassector.
Brunings zegt dat er recent overleg is geweest met Staatsolie N.V. over de huidige stand van zaken. In de komende periode zullen vijf tot zeven exploratieputten worden geboord buiten Blok 58, met andere technieken en boormethoden.
Als deze succesvol zijn, kan dat grote impact hebben op de Surinaamse economie. Het ministerie zal daarbij fungeren als schakel tussen de samenleving en internationale olieorganisaties, om een verantwoorde en inclusieve ontwikkeling van de sector te bevorderen.