De regering werkt actief aan het ordenen van de goudsector in Suriname. De gemaakte afspraken worden momenteel uitgewerkt via een interdepartementale werkgroep of commissie, die zich specifiek richt op betere coördinatie en inventarisatie binnen de sector. Daarbij is er extra aandacht voor de gebruikte methoden, met name voor het terugdringen van kwikgebruik in de kleinschalige goudwinning.
Deze uiteenzetting gaf minister David Abiamofo van Natuurlijke Hulpbronnen (NH) voorafgaand aan de wekelijkse vergadering van de Raad van Ministers (RvM). Hij benadrukte dat er voortdurend overleg plaatsvindt met zijn collega’s van Olie, Gas en Milieu, en van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie (EZ).
Er lopen momenteel twee projecten die bijdragen aan de afbouw van kwik: het PlanetGOLD Suriname-project en het EMSAGS-project, beide in samenwerking met het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP). Tegelijkertijd kijkt de regering kritisch naar de opkomst van andere chemicaliën, zoals cyanide en het middel Jing Zhang, dat als mogelijk alternatief voor kwik wordt gepresenteerd.
“We willen toewerken naar een protocol voor het gebruik van dergelijke stoffen,” aldus Abiamofo. “Het vaststellen van richtlijnen is noodzakelijk om wildgroei en ongecontroleerd gebruik te voorkomen.”
Ook het Chinese goudbedrijf Zijin Mining heeft volgens de minister aangegeven bereid te zijn mee te werken aan beleid rond het gebruik van veilige chemicaliën. Suriname is als ondertekenaar van het Minamata-verdrag verplicht het gebruik van kwik actief af te bouwen. “We moeten internationaal kunnen aantonen dat we duidelijke stappen zetten richting een kwikvrije goudsector,” zei hij.
Hoewel kwik al jarenlang op de negatieve lijst van verboden chemicaliën staat, werd het gebruik ervan in de kleinschalige goudsector lange tijd gedoogd. De minister benadrukt dat de overheid nu genoodzaakt is strenger op te treden. “We kunnen niet toestaan dat er nieuwe, mogelijk schadelijke stoffen zonder controle worden geïntroduceerd. Er moeten heldere protocollen komen.”
Een belangrijk knelpunt was volgens Abiamofo het gebrek aan coördinatie tussen ministeries. Zo ligt de verantwoordelijkheid voor de vergunningverlening van chemische stoffen bij het ministerie van EZ. “We willen af van het ‘eilandendenken’ waarbij elk ministerie op zichzelf werkt. Er is nu besloten om gezamenlijk en gecoördineerd op te treden, zodat beleid beter en eenduidiger wordt uitgevoerd.”
Binnen twee weken presenteert de regering een speciale commissie die zich zal richten op beleid, monitoring en handhaving binnen de goudsector, met nadruk op het gebruik van chemicaliën. “We moeten een integraal en helder beleid ontwikkelen,” besluit Abiamofo.