Ex-president Chan Santokhi vindt dat Suriname het partnerschap met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) niet moet zien als een straf, maar als een kans om de economie te versterken en structureel te hervormen. Volgens hem is het IMF-programma een instrument voor stabilisatie, groei en schuldsanering, mits het land zijn plannen baseert op de eigen realiteit en capaciteit.
In het programma De Tafel van Suriname Herald en Rasonic TV benadrukte Santokhi dat de samenwerking met het IMF moet worden gebouwd op Surinaamse uitgangspunten. “Je moet je plan maken binnen de realiteit van Suriname, binnen de capaciteit van jouw eigen land. Pas daarna ga je naar het IMF om te kijken of het past binnen hun raamwerk,” zei hij.
Volgens de oud-president is de beeldvorming over het IMF vaak onjuist. “Het IMF komt niet meer zoals vroeger met een spuit om je plat te leggen. Het is tegenwoordig partnerschap. Zij geven technische en financiële bijstand, maar vragen daartegenover wel hervormingen die moeten leiden tot economische stabiliteit, productieverhoging en versterking van het overheidsapparaat.”
Santokhi verwees naar het hervormingsprogramma dat zijn regering in 2021 overeenkwam met het IMF. “Aanvankelijk was het een tweejarig programma, maar dat bleek te zwaar. Daarom hebben we het omgezet naar een driejarig Extended Fund Facility-programma met meer ademruimte en flexibiliteit,” aldus Santokhi.
Hij wees erop dat het IMF ook programma’s biedt van vier tot vijf jaar, die landen meer tijd geven om hun economie te hervormen en de sociale impact te verzachten. “Er is voldoende goedkoop kapitaal beschikbaar. Daarvoor moet je wel onderhandelen en aan voorwaarden voldoen, maar het is beter dan dure commerciële leningen met rentes van 8 tot 9 procent.”
De oud-president waarschuwde voor een terugval in economisch wanbeheer. “Als we opnieuw in een crisis belanden, zijn al die zware maatregelen die we genomen hebben voor niets geweest. We moeten nu de stabilisatie volhouden tot 2028. Daarna komen de grotere inkomsten uit de olie- en gasontwikkeling, waarvan we kunnen sparen, investeren in groei en onze schulden aflossen.”
Volgens Santokhi ligt de uitdaging in discipline en continuïteit. “We hebben een kans om door te gaan met stabilisatie en hervorming. Laten we die kans niet verspelen. Dit is het moment om beleid te baseren op realisme, niet op populisme.”
