In aanloop naar de viering van de Dag der Marrons is minister Miguella Huur van Regionale Ontwikkeling (RO) begonnen aan haar kennismakingsronde met de traditionele gezagsdragers, de Gaanman’s. Deze ontmoetingen vormen een belangrijk onderdeel van haar beleid om de banden met de dorpsgemeenschappen te versterken en het overleg met het traditioneel gezag te intensiveren.
De eerste ontmoeting vond plaats met gaanman Bono Velantie, die momenteel in Paramaribo verblijft vanwege persoonlijke omstandigheden. Tijdens het onderhoud kwamen diverse knelpunten binnen zijn werkgebied aan de orde.
De gaanman benadrukte het belang van directe communicatie met de dorpen en moedigde de minister aan om spoedig persoonlijk de gemeenschappen te bezoeken om hun prioriteiten uit de eerste hand te vernemen.
Samen met de aanwezige kapiteins en basya’s sprak de gaanman zijn waardering uit voor de inzet van de minister om de achterstallige honoraria van dignitarissen geleidelijk aan te zuiveren. Volgens minister Huur is dit een belangrijke stap in de erkenning van de traditionele gezagsdragers, die een cruciale rol spelen bij het behoud van orde, cultuur en gemeenschapsontwikkeling.
Binnenkort zal minister Huur ook de granman der Kwinti’s ontvangen, waarna zij voornemens is voor het einde van het jaar alle granman’s te spreken. In het nieuwe jaar zal het ministerie vervolgens veldbezoeken uitvoeren, waarbij via krutu’s rechtstreeks met de dorpsbewoners wordt gesproken over hun noden, verwachtingen en gezamenlijke ontwikkelingsplannen.
Minister Huur benadrukte dat duurzame ontwikkeling alleen mogelijk is wanneer de overheid luistert naar de mensen in de dorpen zelf. “De kennismakingsronde symboliseert niet alleen respect voor traditie, maar ook onze gezamenlijke wil om samen te bouwen aan sterke en veerkrachtige gemeenschappen,” aldus de minister.
Met deze kennismakingsronde bevestigt het ministerie zijn inzet om het vertrouwen en partnerschap met het traditioneel gezag te verdiepen en samen te werken aan evenwichtige regionale ontwikkeling.