Nederlandse influencers met meer dan 500.000 volgers moeten zich vanaf vrijdag aan strengere reclameregels houden. Dit is wat er precies gaat veranderen voor populaire videomakers.
Per 1 juli vallen invloedrijke influencers onder toezicht van het Commissariaat voor de Media (CvdM) in Nederland. Dat betekent dat ze zich aan de Nederlandse Mediawet moeten houden.
In deze wet staat onder meer dat influencers duidelijker moeten maken of zij tegen betaling producten in beeld brengen. Ook mogen zij in gesponsorde video’s gericht aan kinderen geen speelgoed meer uitgebreid aanprijzen.
Videomakers mogen nog wel hun enthousiasme over producten laten zien zolang zij daar niet voor worden betaald. Krijgen zij er wel geld voor, dan is er sprake van reclame of productplaatsing. Influencers die worden gesponsord, moeten hier dan duidelijk over zijn.
Reclame voor medische producten is verboden. Ook content die bestaat uit nieuws of politieke informatie mag nooit gesponsord zijn, aldus het CvdM.
De nieuwe regels gaan gelden voor alle videomakers met meer dan 500.000 volgers. Zij moeten zich registreren bij het CvdM en op hun account informatie vermelden over hun onderneming.
Ook moeten zij op hun accounts vermelden dat ze onder toezicht staan, zich aansluiten bij de Nederlandse Stichting Reclame Code en zich aanmelden bij het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media.
Meer duidelijkheid voor onder meer kinderen
Het doel van de nieuwe regels is om meer helderheid te bieden aan de kijkers van online video’s en ze te beschermen tegen schadelijke content, zegt het CvdM. Dit is vooral van belang voor kinderen, omdat zij “niet altijd in staat zijn om de aangeboden informatie te begrijpen en op waarde te schatten”.
Het was eerder al bekend dat de regels aangescherpt zouden worden, als gevolg van de Mediawet die in 2020 werd aangenomen. Alle lidstaten van de Europese Unie moeten hun mediaregels verder aanscherpen, zodat ook online content onder het toezicht valt.
In de Mediawet staat ook dat influencers maatregelen moeten nemen om de toegankelijkheid voor visueel en auditief gehandicapten te verbeteren. Daarnaast moet een bepaald percentage van de video’s bestaan uit “Europese producties”. Tot slot is het verboden om in video’s aan te zetten tot geweld of haat, of een terroristisch misdrijf uit te lokken.