Het was me wat de afgelopen week. De krijgsraad heeft de scheiding der machten in Suriname naast zich neergelegd en heeft besloten op de stoel van de wetgever te gaan zitten en haar eigen regels te maken. En het hele circus van de 8-decembergroep is weer opgestaan om hen daarin te steunen.
Vorige week heb ik een analyse gegeven van de uitspraak. Gino de Robles heeft op die analyse drie punten van kritiek gegeven. Laat me die even doornemen.
1. De Internationale Commissie van Juristen mag ik niet noemen de Internationale Commissie van Jokers. Waarom noem ik ze jokers? Omdat ze niet in staat zijn om een antwoord te geven op een simpele juridische vraag: Waarom is een strafproces de enige manier om politiek geweld op te lossen en waarom zijn andere manieren uitgesloten? Die vraag weigert de commissie te beantwoorden, maar ze claimt wel erg deskundig te zijn. Als ze zo deskundig is, dan is het toch niet moeilijk om een antwoord te formuleren? De reden dat ze dat niet wil, is omdat ze dat niet kan. Ze heeft zich ingegraven in een politiek standpunt, namelijk Bouterse moet hangen. Ze is niet in staat om een onderbouwing te geven van haar stelling dat een strafproces de enige manier is om politiek geweld op te lossen. Je kunt dan wel professor en doctor zijn, maar de titel is niet voldoende om je stelling kracht bij te zetten. Je moet met argumenten komen.
2. Ik beweer dat de Nederlandse ambassade het visumbeleid gebruikt als politiek drukmiddel, maar lever geen feitelijk bewijs. Daar heeft De Robles gelijk in. Ik heb geen feitelijk bewijs geleverd, omdat ik geen stukken heb van de ambassade waaruit in dit concreet geval zou blijken dat het als drukmiddel wordt gebruikt. Maar ik heb de archieven ingezien van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Nederland en heb wel stukken gezien waaruit blijkt dat het visumbeleid niet zomaar een beleid is, maar een politiek beleid waar het wel of niet verschaffen van een visum door politieke overwegingen wordt bepaald. Je hoeft niet veel kennis van zaken te hebben om te kunnen begrijpen dat dit een normale gang van zaken is bij alle ambassades.
3. Ik stel dat de rechters hun onafhankelijkheid hebben verloren met verwijzing naar de scheiding der machten. De Robles vindt van niet, maar gaat niet in op de scheiding der machten. Hij stelt alleen maar dat de rechters zich niet hoeven te houden aan de scheiding der machten. Tja, het is maar van welk rechtsbeginsel je wilt uitgaan.
Maar belangrijker dan De Robles en vele andere commentatoren vond ik de oproep van bisschop Karel Choennie voor een gebedsdienst op 8 februari voor het 8-decemberproces. In de oproep stelt de bisschop: “Tijdens deze dienst zal er, op voorspraak van onze heilige moeder Maria en de zalige Petrus Donders, met aandrang gebeden worden voor vrede en rechtvaardigheid in ons land. Wij zullen bidden voor een eerlijk rechtsproces, voor de rechters, het Openbaar Ministerie, voor de slachtoffers van 8 december, de nabestaanden en ook voor de verdachten.”
Nu kan je op twee manieren naar deze oproep kijken: een negatieve of positieve manier. De negatieve manier legt alles negatief uit. Je kunt de oproep dan zien als een poging tot escalatie van de spanningen rond 8 december.
Je kunt de oproep beschouwen als een manier om die andere slachtoffers van politiek geweld te negeren. Op Brownsweg wonen katholieken als Eddy Weewee. Zij hebben mensen verloren in de Binnenlandse Oorlog die gesteund werd door families van 8 december. Waarom bidt bisschop Karel Choennie niet voor deze katholieken, deze christenen? Waarom is het gebed beperkt tot 15 van de 450 mensen die gedood zijn.
Waarom wordt God opgeroepen om aandacht te hebben voor het lijden van drie procent van de slachtoffers en doof en blind te zijn voor het leed van die andere 97 procent. Waarom? Als je negatief bent, dan zeg je: “Omdat de bisschop niet bezig is met godsdienst, maar met politiek. Zoals je politic in toga hebt, zo heb je ook politici in priesterlijke gewaden.”
Zo kun je nog een tijdje doorgaan met een negatief commentaar op de oproep van de bisschop. Maar daar ben ik geen voorstander van. Ik zie namelijk iets positiefs in de oproep die verder uitgewerkt zou moeten worden.
Als pater heeft Choennie een uitgesproken politieke rol gespeeld in de 8-decembergroep. Maar als bisschop voel ik dat hij zijn verantwoordelijkheid niet wil beperken tot de 8-decembergroep. Ik zou liever de oproep willen zien als een begin van een nieuwe betrokkenheid bij het lijden van het Surinaamse volk als gevolg van politiek geweld. Waarom zou de gebedsdienst zich beperken tot het lijden van de drie procent? Waarom zou de bisschop niet kunnen zeggen: “Laten we beginnen met 8 december, maar laten we ook bidden voor alle anderen die hebben geleden door politiek geweld.”
Als de oproep stelt, dat er ook gebeden moet worden voor de verdachten, dan kun je dat op twee manieren interpreteren. Eén: moge ze branden in hel. Twee: mogen daders en slachtoffers zich met elkaar verzoenen. Dat laatste gebed is ook mogelijk. En als je dat doet, dan moet je verder gaan. Waarom is verzoening nodig? Omdat er twee partijen in een conflict zijn. Ik blijf positief en geef de bisschop het voordeel van de twijfel.
Daarom zou ik vanuit een positieve interpretatie van de oproep van de bisschop het comité en iedere Surinamer willen oproepen om de dienst bij te wonen in de hoop dat het een eerste stap is naar een conversatie over vrede, verzoening en dialoog.
Het zou kunnen dat we in een traject komen waarin de bisdom daadwerkelijk de uitdaging aanneemt om het traject van dialoog en verzoening op te pakken. Je weet het maar nooit, want Gods wegen zijn ondoorgrondelijk.
Sandew Hira