Het mooie van democratie is de vrijheid van meningsuiting, de mogelijkheid om verschillen van mening en inzichten met elkaar te kunnen delen zonder dat je elkaar de hersenen inslaat. Daarom neem ik de vrijheid om de discussie aan te gaan met de organisatoren van de straatdemonstraties die pleiten voor ombuiging van beleid.
Ik heb in mijn vorige column gesteld dat het doel van de demonstraties was om een democratisch gekozen regering op een ondemocratische manier (buiten de grondwet om) ten val te brengen en de oude politiek aan de macht te brengen. Nu reageren sommige organisatoren in de media met de mededeling dat het doel van de demonstraties niet is om de regering ten val te brengen, maar om het beleid om te buigen.
Maar dat argument rammelt aan alle kanten. Als je niet helder bent in je doelen, als je gaat spelen en schuiven met doelen, dan heb je een agenda die je niet openlijk durft uit te spreken, omdat je weet dat die niet integer is. Als je soms schreeuwt “de regering moet naar huis” en je schreeuwt ook “het beleid moet omgebogen worden”, dan moet je niet roepen dat het doel van de demonstraties niet is om een democratisch gekozen regering ten val te brengen. Wees eerlijk en oprecht en zeg tegen de mensen dat dat je doel is: de oude politiek op een ondemocratische manier weer aan de macht helpen. Ik hoef het dan niet eens te zijn met je, maar ik kan dan in ieder geval je eerlijkheid en integriteit waarderen, omdat je duidelijk maakt dat je niet een dubbele agenda hebt.
Laten we ervan uitgaan dat we met eerlijke democraten te maken hebben, die echt een ombuiging van beleid willen. Is het niet meer dan redelijk dat we de vraag stellen: wat betekent ombuiging van beleid? En direct daarna de vraag: is ombuiging van beleid sowieso beter voor het volk? Is het waar dat iedere maatregel beter is dan de huidige maatregelen? Laten we die discussie maar eens voeren.
Als we praten over ombuiging van beleid, dan moeten we direct de vraag stellen: wat is het doel van jouw beleid? Ik stel dat het doel een gezond economisch beleid zou moeten zijn: een combinatie van het terugdringen van het overheidstekort en een sociaal rechtvaardige verdeling van de lasten. Is dat ook het doel van werkgevers en de vakbeweging? Of willen ze het beleid zodanig ombuigen dat het overheidstekort toeneemt en de rijken de minste lasten dragen? In welke richting willen werkgevers en de vakbeweging het beleid ombuigen? Ze praten nu in algemene termen over beleidsombuiging, maar dat is iedereen voor de gek houden. Je moet concreet zijn en aangeven in welke richting je het beleid wilt ombuigen, in de richting van het vergroten van het overheidstekort en de armsten de zwaarste lasten laten dragen? Als je zegt dat de benzineprijzen teruggedraaid moeten worden, dan wil je het beleid dus ombuigen naar het vergroten van het overheidstekort. Wees dan eerlijk en geef dat ook toe. Als je vindt dat de benzineprijzen omlaag moeten en het overheidstekort ook, geef dan aan welke maatregelen genomen moeten worden om het overheidstekort terug te dringen. Als je wilt praten over beleidsombuiging, doe dat dan ook op een eerlijke manier en niet met een dubbele agenda.
Op 20 mei, drie jaar vóór de verkiezingen van 2020, gaan de oude politieke partijen onder leiding van Chan Santokhi een grote bijeenkomst organiseren in het André Kamperveenstadion, waarin ze de president gaan oproepen om af te treden. Het stadion heeft een capaciteit van 6.000 zitplaatsen en op het veld zal je waarschijnlijk nog ruimte hebben voor nog eens 4.000. Santokhi en de oude politici zullen voor een publiek van minimaal 10.000 man hun leiderschap moeten bewijzen. Dat zal niet gemakkelijk zijn.
Want van een leider verwacht je dat ze een goede analyse presenteren van de oorzaak van de crisis in Suriname en concrete maatregelen aankondigen over hoe die crisis aan te pakken. Van een misleider verwacht je dat hij je misleidt over de oorzaken en zwijgt over de maatregelen die hij zal nemen.
Tot nu toe hebben Santokhi en de oude politici zich niet opgesteld als leiders, maar als misleiders. Hun analyse is dat er geen economische crisis is. Het begrotingstekort in Suriname is niet ontstaan door een dramatische daling van de overheidsinkomsten als gevolg van de daling van de grondstoffenprijzen, maar omdat de regering SRD 1,3 miljard heeft gestolen. Ze brengen geen enkel bewijs hiervoor, wat niet duidt op leiderschap, maar op misleiding.
Hun analyse is dat er een politieke crisis is, dus hoeven ze niet aan te geven hoe ze het begrotingstekort gaan terugdringen. Ze zwijgen over hun economische maatregelen als ze aan de macht komen. Hoe gaan ze de overheidsuitgaven terugdringen? Hoe gaan ze de overheidsinkomsten opkrikken? Ze zwijgen hierover. Want stel dat ze een goed idee hebben om het overheidstekort terug te dringen. Wat doe je als de regering je goede ideeën overneemt? Dan hang je. Dus daarom is het beter om te zwijgen over je goede ideeën. Dat is geen leiderschap. Dat is misleiderschap.
Ik vraag me af wat de organisatoren na de bijeenkomst verwachten. Ik denk dat de verwachtingen ongeveer zo zullen zijn.
Binnen een uur na afloop belt Bouterse Santokhi op. Bouterse: “Chan, vanaf nu zetten we de grondwet en de democratie opzij. We gaan gewoon nieuwe regels invoeren. Vandaag laat ik me inspireren door jullie bijeenkomsten en straatdemonstraties. Daarom ga ik straks aankondigen dat ik ga aftreden en dan mogen jullie overnemen.”
Santokhi: “Kunnen we ook overnemen zonder nieuwe verkiezingen. Dat is toch sneller en beter?”
Bouterse: “Wel, ik weet niet of het volk dat gaat accepteren. Laten we toch nieuwe verkiezingen organiseren. Over drie maanden neem jij dan over. Dan krijg je 26 zetels.”
Chan: “Ok.”
President: “Nog een ding. Drie maanden is lang. Stel dat de economie dan aantrekt en je de verkiezingen toch niet wint. Wat dan?”
Chan: “Tegen die tijd verzinnen we nieuwe regels. Dat doen we altijd. Dat zie je toch? Dat is echt leiderschap.”
Sandew Hira