De presidentiële commissie Veldman die iets (niet bekend wat) moet onderzoeken op het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB), is bewust gebouwd op drijfzand. Een teleurstellende, maar wel realistische vaststelling dat de politiek niet echt werk heeft willen maken van alle ernstige misstanden bij het ministerie van GBB en de partijpolitieke belangen die het landsbelang schaden.
Diana Pokie die daar paal en perk aanstelde, dreigt het slachtoffer van te worden. Sterker nog, er wordt in alle haast een zeer bedenkelijk onderzoek uitgevoerd om Pokie aan de kant te zetten, want de onderzoeksvraag is tot op heden niet bekend; men doet geheimzinnig erover. De commissie is gaan onderzoeken, maar weet niet wat zij moet onderzoeken. Er dient openheid van zaken door de politiek gegeven te worden en niet door een toevallige commissie zonder draagvlak.
De redenen van die twijfels over de objectiviteit van de commissie Veldman, kunt u teruglezen in onze eerdere column over deze materie. Ook Pokie heeft de objectiviteit van deze commissie in twijfel getrokken; zij heeft deze commissie per brief gewraakt bij de president. Uit goed bestuurlijk fatsoen had de president elke schijn dienen te voorkomen en het wrakingsverzoek van zijn minister serieus moeten nemen. Helaas is dat niet gebeurd. Wij snappen nog steeds niet hoe moeilijk het geweest zou zijn om oppositieleden erbij te betrekken in die commissie.
Onderzoeksvraag
Intussen hebben wij ook ons onderzoek gedaan. In tegenstelling tot de commissie Veldman, weten wij wel wat wij moesten onderzoeken, dus wij hebben wel een onderzoeksvraag. Onze onderzoeksvraag was/is of Pokie iets gedaan zou hebben dat haar aangezegde ontslag rechtvaardigt. Enkele zaken uit ons onderzoek zullen wij u hier presenteren.
Mondelinge instructie van Brunswijk
Het blijkt dat vicepresident Ronnie Brunswijk mondelinge instructie gegeven zou hebben om geen beschikkingen te tekenen zonder politiek overleg. Deze instructie kan nooit gegolden hebben voor alle beschikkingen, anders kon Pokie de tent liever sluiten indien zij voor alle beschikkingen eerst het politiek overleg met Brunswijk zou moeten afwachten. In dat geval zou de vraag gerechtvaardigd zijn waarvoor zij dan minister is. Dat zou leiden tot onwerkbare situatie op het ministerie, die de grote achterstanden op het ministerie al maar groter en groter zou maken. Dit, terwijl de president aangegeven heeft dat de achterstanden binnen zijn regeertermijn ingelopen dienen te zijn.
Pokie heeft oude beschikkingen gecorrigeerd en niet getekend voor nieuwe rechten. Dus zij heeft niet in strijd met de mondelinge instructie gehandeld. Het is de vraag of die mondelinge instructie duidelijk genoeg was. Zie hier het belang van (duidelijke) schriftelijke beleidsinstructies binnen het staatsbestel. Mondelinge instructies worden in gevallen van uitgeroepen noodtoestand gegeven (in geval van oorlog bijvoorbeeld), niet in normale gevallen.
Indien de betreffende mondelinge instructie, zo doorslaggevend en belangrijk geweest zou zijn voor Brunswijk, dan had deze tenminste op schrift gegeven moeten worden. Op die manier wordt een land bestuurd. De vicepresident heeft dus zelf gefaald in deze. Het eigen falen van de vicepresident kan door hem niet gelapt worden aan zijn minister. Het landsbestuur is geen gewapende macht in oorlogssituatie, waarbij ook belangrijke instructies mondeling gegeven worden. Staatsrechtelijk gezien, is het onjuist en zeer onwenselijk dat het land geregeerd wordt op basis mondelinge instructies. Het staatsbestel is geen bacovenwinkel, maar Brunswijk schrijnt dat steeds niet te snappen.
Conclusie met betrekking tot mondelinge instructie van Brunswijk
Wij hebben eerder gesteld dat Pokie beschikkingen van de vorige regering heeft gecorrigeerd en dus niet getekend heeft voor nieuwe rechten. Zij heeft geen beschikking getekend voor nieuwe rechten. Zij heeft enkel haar normale bestuurlijke taken uitgevoerd waarvoor zij de aangewezen persoon in het ambt is.
Overigens kan die mondelinge instructie van Brunswijk nimmer gegolden hebben voor alle beschikkingen of besluiten van de minister, anders rijst de vraag waarvoor er nog een minister was op dat ministerie. Mede gezien het feit dat de president aangegeven heeft dat de achterstanden binnen zijn regeertermijn ingelopen dienen te zijn, is het niet logisch dat Brunswijk gewild zou kunnen hebben dat Pokie voor alle beschikkingen of besluiten eerst een politiek overleg met hem gevoerd zou moeten hebben. Dus de door Brunswijk gegeven mondelinge instructie is niet geschonden en dit kan geen reden zijn om Pokie ontslag aan te zeggen.
De verstoorde werkrelatie
Er schijnt een verstoorde werkrelatie te zijn tussen minister Pokie en de directeur GBB, de dochter van Brunswijk (M. Vitolie). Het zal ons niet verbazen dat de dochter van Brunswijk powerplay getoond zal hebben naar minister Pokie toe, met in gedachten dat haar vader vicepresident is, zij directeur is op het ministerie en dat zij ook RvC-voorzitter is bij de Stichting Bosbeheer en Bostoezicht (SBB). Ter attentie: de geruchten dat de dochter van Brunswijk, documenten geantidateerd zou hebben (voorzien van een andere datum), hebben wij niet onderzocht, want die vielen buiten onze onderzoeksvraag.
Conclusie met betrekking tot verstoorde werkrelatie
Hierover kunnen wij heel kort zijn. Binnen een ministerie ligt het politieke primaat bij de minister. Alle ondergeschikten dienen loyaal te zijn aan de minister. De directeur van GBB is ook een ondergeschikte van de minister van GBB.
Bij een verstoorde werkrelatie tussen die twee, moet de ondergeschikte van de minister vertrekken, niet de minister. Dat is bestendig gebruik in de bestuurskunde en binnen het staatsbestel. De verstoorde werkrelatie tussen de minister en de dochter van vicepresident Brunswijk kan en mag dus geen reden zijn voor het aangezegde ontslag van Pokie. Integendeel, de dochter van Brunswijk (de ondergeschikte van Pokie), moet het veld ruimen.
Sunil Sookhlall & Kries Mahabier