Over de onlangs in Nederland gehouden parlementsverkiezingen schrijft Sandew Hira in zijn artikel ‘Spannende tijden’ op Suriname Herald van 20 maart 2017 het volgende:
“Teleurstellend was het resultaat van Artikel 1 van Sylvana Simons. Die heeft 30.000 stemmen behaald, terwijl er bijna 70.000 nodig zijn voor een zetel. Als ze bij DENK was gebleven, zat ze nu in de Tweede Kamer. Ze heeft een grote inschattingsfout gemaakt door te denken dat witte mensen haar zouden steunen. De Afro-Surinamers hebben wel massaal op haar gestemd. Ze maakte een draai naar witte vrouwen en de witte LGTB-gemeenschap in de hoop dat ze haar zouden belonen voor het breken van het eenheidsfront van gekleurde mensen die ze in eerste instantie had gerealiseerd met haar toetreding tot DENK. Maar de witte gemeenschap heeft haar keihard laten vallen.”
Link: https://www.srherald.com/columns/2017/03/20/spannende-tijden/
Commentaar
Denkt Simons dat racisme éénrichtingsverkeer is? Dat racisme iets is dat enkel uitgaat van “autochtone Nederlander” richting “allochtone Nederlander”?
Die benadering van racisme is eenzijdig, culpabiliserend (zich schuldig laten voelen) en negeert bovendien de belangrijkste uitdagingen waar we voor staan, wanneer we echt samen Nederland van morgen willen maken.
Racisme is geen éénrichtingsverkeer. Het is helemaal niet enkel een probleem dat uitgaat van autochtone Nederlanders ten aanzien van allochtonen. Er bestaat evenzeer racisme tussen diverse bevolkingsgroepen. En verder bestaat er ook racisme of vooroordelen van allochtonen ten aanzien van autochtone Nederlanders. Sommige onderzoekers beweren zelfs dat dat nog groter is bij allochtonen dan bij autochtonen.
Artikel 1 is volgens mij nodeloos culpabiliserend. Artikel 1 insinueert dat racisme de ‘schuld’ is van de ‘autochtone Nederlander’. Met een dergelijke politieke partij wordt het vooroordeel dat Nederlanders racistisch zijn gewoon bevestigd. Artikel 1 lost niets op. Integendeel. Het werkt volgens mij contraproductief voor de integratie van nieuwe Nederlanders.
Enerzijds lijken personen van buitenlandse herkomst hiermee in een soort slachtofferrol geduwd te worden. Nederland komt over als een asociale maatschappij die hen toch geen kansen wil geven. Ontstaat op deze manier niet een vicieuze cirkel, waardoor personen van buitenlandse herkomst zichzelf uitsluiten van de samenleving – zelfdiscriminatie als het ware?
Anderzijds zal je door – eenzijdig – met een belerend vingertje te zwaaien naar de autochtone Nederlander, die Nederlander niet bereiken. Veel mensen zijn het ook beu om als racist bestempeld te worden. De voedingsbodem voor racisme wordt daardoor enkel versterkt.
Geachte lezers, het commentaar hierboven is niet van mij, maar zijn de woorden van mevrouw Liesbeth Homans, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen en Gelijke kansen, die ik heb geciteerd uit haar ingezonden stuk.
Ik heb een kleine ‘cosmetische ingreep’ gedaan. De woorden Vlaanderen, Vlamingen en campagne in voornoemd ingezonden stuk verandert in Nederland, Nederlanders en Artikel 1.
Hier de eerste twee regels uit een lied van de Indiase zanger wijlen Mohammed Rafi.
Although we hail from different lands, we share one earth and sky and sun. Remember friends the world is one.
Tot besluit een gezegde (hadith) van de profeet Mohammed: ‘Mensen zijn gelijk zoals de tanden van een kam (gelijk zijn). Een Arabier is niet superieur aan een niet-Arabier en een niet-Arabier is niet superieur aan een Arabier, behalve in Godsvrees.” Zie in dit verband de Koran 49:13.
Ahmad Jhawnie