De 15-jarige C. is door de jeugdrechter veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens het wegrukken van een gouden halsketting. Dit geval deed zich voor in Commewijne. C. werd in juni vorig jaar door zijn buurjongen J. opgehaald. Ze werden door de zwager van J. en diens vriend naar Commewijne gebracht voor een wandeling.
Onderweg hoorde C. dat er werd gesproken over een beroving waarop hij aangaf zich niet met zulke zaken te bemoeien. Echter werden J. en C. bedreigd, dat ze in Commewijne achtergelaten zouden worden als ze niet meewerkten.
De zwager van J. en zijn vriend wezen de jongens aan, wie ze van plan waren te beroven en ze stopten voor de zaak die toebehoorde aan de vader van het latere slachtoffer. J. moest in de zaak zogenaamd inkopen doen en C. zou dan de halsketting van de benadeelde moeten wegrukken.
Toen J. en C. in de winkel waren, durfde C. niet meer tot de daad over te gaan en namen ze weer plaats in de auto. De zwager van J. en zijn vriend werden daarover erg boos, lieten J. bij een bushuisje uitstappen, waarna de vriend samen met C. zich naar de winkel begaf. Op een gegeven moment zag C. zijn kans schoon en rukte de halsketting van de benadeelde en rende daarmee weg.
Er werd een achtervolging door de benadeelde en zijn vader ingezet en het lukte om C. te stoppen en over te dragen aan de ingeschakelde politie. De ketting werd niet op C. aangetroffen. Hij gaf aan dat hij die tijdens het wegrennen in een auto, die langs de weg stond geparkeerd, had gegooid.
De volgende dag kreeg de eigenaar van die auto de halsketting en gaf die terug aan de benadeelde. Verder verklaarde C. dat hij uit vrees in Commewijne achtergelaten te worden, heeft meegedaan aan die beroving.
C. hoorde een strafmaatregel van tien maanden, waarvan zes maanden en drie weken voorwaardelijk met aftrek en een proeftijd van twee jaar. De kantonrechter ging mee met de strafeis en veroordeelde C. conform.