Junior wordt ervan verdacht te hebben ingebroken in de woning van een ambtenaar. Voor de rechter ontkende hij dit te hebben gedaan. Terwijl de ambtenaar, een moeder, met haar kinderen diep in slaap was, werd ze plotseling opgeschrikt door een geluid in haar huis. Dit maakte dat ze wakker schrok. Opeens werd de kamerdeur opengetrapt en zag ze een bekende man uit haar buurt in de deuropening staan. Het bleek de verdachte Junior M. te zijn.
De aangeefster gilde en vroeg hem wat hij wilde, waarna Junior uit het huis rende met medeneming van een kapmes. Zij deed aangifte en kon de politie op fotocollage aanwijzen wie zij in haar huis had gezien.
Daags daarna bedreigde Junior een collega-bouwvakker met de dood toen hij hem in een winkel tegenkwam. Junior was van mening dat zijn collega jaloers op hem was en daarom twee keer had geprobeerd hem op straat omver te rijden. Toen hij de aangever in de winkel zag, begon hij te schreeuwen en te roepen: “Mi go kiri yu, mi no abi trobi if mi mus fu kap yu pispisi.”
Voor de rechter heeft Junior ontkend de inbraak te hebben gepleegd in de woning van de ambtenaar. Op dat moment bevond hij zich aan de Franse kant. Hij beweerde dat de ambtenaar hem verward heeft met iemand anders en niet weet waar ze over praat.
Wat betreft de beschuldiging van bedreiging tegen zijn collega, ondanks aanwezige camerabeelden, hield hij vol dat zijn collega twee keer heeft geprobeerd hem omver te rijden. Hij beweerde ook dat hij zijn collega geen letsel heeft toegebracht en zijn voertuig niet heeft beschadigd. Als dat wel het geval was, verklaarde hij bereid te zijn om de schade te vergoeden. Hij gaf toe een mobiele telefoon van zijn collega te hebben afgepakt, maar ontkende geld uit diens zakken te hebben genomen.
De rechter heeft de zaak uitgesteld om de benadeelden te horen en heeft besloten dat Junior in hechtenis blijft.